Wat zie ik in de kerk?

Klik op onderstaande woorden voor een omschrijving.

 

Vaak gouden of zilveren kluis tegen achterwand van de kerk met daarin kelk(en) met geconsacreerde hosties.
Lamp bij tabernakel met daarin brandend licht. Het brandend licht duidt op Gods aanwezigheid ( nl. In de geconsacreerde hosties die van brood tot lichaam van Christus zijn geworden).
Afbeelding van het kruis met Jezus Christus hieraan genageld.
Een van de gewijde ambten (naast diaken en bisschop) in de kerk die belangrijk zijn het functioneren van de kerk in al haar geledingen. De priester is essentieel voor het vieren van de eucharistie en de bediening van de andere sacramenten die het hart vormen van het kerkelijk en gelovig leven. Het ambt van priester is binnen de RK kerk is voorbehouden aan ongehuwde, ongebonden mannen die zich geheel in dienst stellen van Christus en zijn kerk.Tijdens de eucharistieviering draagt de priester als eigen gewaad een kazuifel.
Het eerste (laagste) ambt (naast die van de priester en de bisschop) in de kerk. Diaken verwijst naar het Griekse woord diakonos dat dienstwerk betekent. In het Bijbelse geschrift de Handelingen van de Apostelen wordt dit ambt ingesteld om kwetsbare groepen mensen te bezoeken en te ondersteunen. Dat is nog steeds de hoofdtaak van de diaken. Daarnaast heeft hij een eigen rol in de eucharistieviering en kan daarin ook de verkondiging (homilie) voor zijn rekening nemen. Sinds het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) is dit ambt ook toebedeeld aan getrouwde mannen. Zij vormen de zg permanente diaken in tegenstelling tot ongehuwde diakens die toegelaten kunnen worden tot het ambt van priester. De diaken kent een eigen gewaad in de eucharistieviering, de dalmatiek.In Nederland is het gebruikelijk dat de diaken een kruisje op het revers draagt in de vorm van een kleine letter d.
Tafel waaraan de eucharistie (herdenking van het laatste avondmaal van Jezus en zijn kruisiging) wordt gevierd. Tijdens die viering worden brood en wijn geconsacreerd (‘geheiligd’) tot Lichaam en Bloed van Christus.
Veel van wat Jezus van Nazareth doet in het Nieuwe Testament verwijst terug naar verhalen en teksten uit het zg. Oude Testament van de bijbel. In het boek Exodus bevrijdt God het Joodse volk uit de slavernij in Egypte. Wanneer de joden klaar staan om hun gevangenschap te verlaten en op weg te gaan naar het land van hun voorvaderen Israel, houden ze een maaltijd. Omwille van de snelheid waarmee alles in gereedheid wordt gebracht mogen ze het brood niet laten rijzen. Wanneer Jezus met zijn leerlingen – geheel volgen de joodse traditie – dit Pasen, dit uittochtverhaal herinnert en viert, deelt ook Jezus ongedesemd (zonder zuurdesem of gist) brood uit met daarna volgens de rite één of meerdere bekers wijn. Tegelijkertijd geeft hij aan het brood een andere betekenis mee door het te verbinden met Zijn Lichaam en de wijn met zijn Bloed. In de kruisdood die Jezus enkele dagen later zal ondergaan krijgt dit geven van zijn Lichaam en Bloed, van zichzelf wegschenkend omwille van zijn leerlingen en van iedereen die in Hem tot geloof komt, een nog grotere betekenis. De hostie is een ongedesemd stukje brood dat wordt uitgedeeld aan de gelovigen nadat het in een eucharistieviering tot Lichaam van Christus wordt geconsacreerd (naar het woord sacrum, geheiligd). Na de viering worden de overgebleven hosties omwille van de verandering die heeft plaatsgevonden als Lichaam van Christus in het tabernakel bewaard.
Klein schaaltje van edelmetaal, waarop de hostie wordt gelegd.
Beker van edelmetaal met de wijn die tijdens de eucharistieviering tot het Bloed van Christus wordt geconsacreerd.
Met stof bekleed dekseltje waarmee de kelk kan worden afgedekt.
Grote schaal die met een deksel kan worden afgesloten. In de ciborie worden de hosties bewaard die tijdens de eucharistieviering zijn geconsacreerd. De ciborie wordt bewaard in het tabernakel.
Kleed dat over het altaar wordt gelegd.
Wit linnen of katoenen kleed dat op het altaar wordt gelegd tijdens de eucharistieviering en waarop de gaven van brood en wijn (Lichaam en Bloed van Christus) worden geplaatst.
Klein kruisbeeld dat op het altaar ligt in de richting van de priester ter verwijzing naar het lijden, de dood en opstanding van Jezus Christus
Doekje dat gebruikt wordt bij het drinken van de beker wijn (Bloed van Christus) om eventueel gemorste wijn op te vangen. Bij het doorgeven van de beker veegt men de rand af. Na de communie wordt het kelkdoekje gebruikt om de beker droog te maken nadat het met water gereinigd is.
Boek met teksten die de priester tijdens de viering gebruikt.
Kaars, een of twee, die brandt als tijdens de viering het altaar gebruikt wordt. Het licht van de kaars symboliseert de aanwezigheid van Jezus Christus in de eucharistieviering als een Licht dat schijnt in het midden van zijn gemeenschap die zich om Zijn Lichaam en Bloed verzameld heeft.
Tafeltje dicht bij het altaar waarop de spullen staan die nodig zijn in een viering.
Kannetjes met water en wijn voor de eucharstieviering. Het water wordt gebruikt om te mengen met de wijn en om de kelk en ander voorwerpen schoon te maken.
In het dagelijks leven is het gebruikelijk dat men voor het eten en soms ook na het eten zijn handen wast. De priester doet dit evenzo voordat hij de gaven van brood en wijn tot Lichaam en Bloed consacreert. Bij het overgieten van het water over zijn handen zegt hij in stilte: “Neem alle schuld van ons af, Heer, maak ons vrij van ongerechtigheid.” De wassing verwijst ook naar een innerlijke reiniging. Het water wordt opgevangen in een schaal.
Houder van edelmetaal waarin het Lichaam van Christus (de consacreerde hostie) wordt getoond en door de gelovigen wordt aanbeden.
Vat met een heet kooltje waarop korrels wierook worden gebrand. De wierook geeft een prettige geur. De rook is een teken van de gebeden die naar God opstijgen.
Standaard die gemaakt is om het wierookvat aan op( terug) te hangen als het op verschillende momenten in de eucharistie gebruikt wordt. Ook het zg scheepje wordt op de standaard gezet.
Klein bakje in de vorm van een bootje dat de wierookkorrels bewaard die nodig zijn als het wierookvat gebruikt wordt. In het scheepje zit ook een lepeltje waarmee de priester het de wierook op het brandende kooltje kan leggen.
Bel die kan worden gebruikt om aan te geven wanneer de consecratie (de heiliging van brood en wijn tot Lichaam en Bloed van Christus) plaatsvindt.
Kinderen, zowel meisjes als jongens die de priester helpt tijdens de eucharistieviering. De misdienaar houdt tijdens het lezen van het evangelie een kaars vast, hij of zij brengt de beker en de pateen, water en wijn naar het altaar, draagt het wierookvat aan, brengt kan en schaal naar de priester, belt tijden de consecratie enz. Jongeren of volwassenen worden acolieten genoemd.
Lezenaar, voor de lezingen tijdens een viering.
Boek met de bijbelteksten die tijdens een viering worden gelezen.
Schaal waarin het geld wordt opgehaald tijdens de viering in de collecte. Dit kan zijn voor de ondersteuning van de parochie of het bisdom (meestal de eerste schaal) maar ook voor de noden in de wereld (meestal de tweede schaal). De gelovigen zijn vrij in wat zij in de schaal leggen.
Belangrijkste stoel op het altaargedeelte van de priester of de bisschop die als ‘eerste’ voorgaat in de eucharistie. Als er meerdere priesters of bisschoppen meevieren heten zij conselebranten. De term is genomen uit het Latijnse celebrare dat ‘vieren’ betekent.
Er kunnen meerdere altaren in een kerk zijn. Aan de kanten van de kerk heten ze zijaltaren. Ze worden meestal gebruikt door de week wanneer er minder mensen naar de eucharistie komen. Ook kan het zijn dat er boven het zijaltaar een beeld staat van een heilige bijvoorbeeld Maria of van degene naar wie de kerk vernoemd is. Met name bij grote kerken waar veel gelovigen samenkomen in verband met een bedevaart, kan het voorkomen dat aan verschillende altaren tegelijkertijd de eucharistie wordt gevierd.
Bij alle beelden die een katholieke kerk kunnen sieren heeft naast Jezus en de apostelen Maria vaak een prominente plaats in de kerkelijke ruimte. Als moeder van Jezus maakte ze haar zoon in allerlei omstandigheden mee. Bij zijn geboorte, zijn jeugd heeft ze al vroeg mogen ervaren hoe bijzonder haar zoon was. Toen hij later ter dood werd veroordeeld stond zij onder aan het kruis om hem sterken met haar aanwezigheid. Gelovigen door de eeuwen heen hebben zich sterk herkend in wat Marie moest doormaken. Vandaar dat velen een kaarsje bij haar aansteken.
Kaarsen die worden gebrand omwille van een devotie (bijzondere vroomheid) tot een heilige.
Een grote kaars die symbool staat voor Christus, het licht van de wereld. Op de Paaskaars staat een symbool van Christus. Vijf wierookkorrels verwijzen naar de wonden van gekruisigde Christus. Elk jaar wordt met Pasen een nieuwe Paaskaars in gebruik genomen.
Waterbassin met het water waarmee een kind of volwassene wordt gedoopt.
Enkele dagen voor Pasen, op Witte donderdag of de avond ervoor wijdt de bisshop verschillende oliën die gebruikt worden bij de bediening van de sacramenten. Er is de olie voor de zalving van een catechumeen (iemand die zich voorbereid op het H. Doopsels) en de olie waarmee iemand die ernstig ziek of stervende is mee wordt gezalfd om hem of haar te sterken in het geloof van de Verrijzenis van Jezus Christus. De derde olie is veruit de belangrijkste omdat ze gebruikt wordt bij het H. Doopsel, het H. Vormsel en het sacrament van de priesterwijding. Ze draagt de naam van chrisma omdat ze verwijst naar Christus. Het is immers de gedoopte, de gevormde of de priester die Christus op een bijzondere wijze ontvangt en door Hem vervuld wordt door de H. Geest. Bijzonder is ook dat alleen aan deze olie geurige kruiden zoals rozemarijn wordt toegevoegd.
Veertien afbeeldingen die de lijdensweg van Jezus uitbeelden vanaf zijn veroordeling door Pilatus tot aan zijn begrafenis en helpen om zijn lijden en sterven te overdenken.
Deze heilige leefde van 1181-1226 in Italië. Een maatschappelijk succesvol leven liet hij achter zich om als ‘poverello’ (arme) van Christus niets voor zichzelf te vragen maar geheel afhankelijk te zijn van God en zijn medemens. Al tijdens zijn leven kende Franciscus vele volgelingen die in het armoede-ideaal het ware gelaat van Christus herkende. Doordat Franciscus zich een voelde met al het geschapene wordt de heilige vaak met dieren afgebeeld. Het is niet voor niets dat op zijn feestdag van 4 oktober Werelddierendag wordt gevierd.
Deze deur leid naar de ruimte waar de priester, diaken, misdienaars en anderen zich omkleden. In kasten hangen of liggen de kazuifels in verschillende kleuren voor de priester, de dalmatieken voor de diaken en de togen voor de misdienaars of acolieten. In de overige kasten worden benodigdheden bewaard die gebruikt worden in de viering van de eucharistie zoals kaarsen, wierook, hosties en wijn, misboekjes enz..
Deze bel wordt geluid door een misdienaar of acoliet en is bedoeld om het begin en het einde aan te geven van de eucharistieviering. Bij het begin gaan de gelovigen in de kerk staan, bij het einde wachten ze staande op de bel om de banken en de kerk te verlaten.
Bakje, van steen of metaal, links en rechts aanwezig bij binnenkomst van de kerk. In het bakje zit gewijd water (water waarover de priester Gods zegen heeft gevraagd, toegewijd aan God) dat ook bij de sacrament van het H. Doopsel over de hoofden van kinderen of volwassenen gegoten wordt. Wanneer de gelovigen een kerk binnenkomen of uitgaan tekenen zij zich met dit water in de vorm van het kruisteken om zich hun doopsel en daarmee hun leerling zijn van Christus te herinneren. Ze worden zich bewust dat zij van de wereldse werkelijkheid binnentreden in een Godgewijde ruimte. Niet als mens maar als een door Christus gedoopte, een christen, komen zij hier om God eer te brengen.
Plaats het sacrament van boete en verzoening kan worden ontvangen. De gelovigen die aan God opbiechten wat ze verkeerd hebben gedaan, kunnen van de priester namens Christus vergeving ontvangen.
Deze kastjes of bussen zijn te vinden achter in de kerk of bij heiligenbeelden waar een kaarsje kan worden aangestoken. Ze dienen voor het doneren van geld voor het gebruik van kaarsen, voor de instandhouding van de kerk of voor de ondersteuning van goede doelen.
Plaats waar veel informatie te vinden is over de activiteiten van de parochie of het bisdom ten behoeve van de verdieping van het geloof. Voor praktische zaken zoals het ontvangen van de sacramenten wordt er verwezen naar een parochieblad dat er ook vaak te vinden is en naar de website van de parochie. Communicatie is van groot belang voor een grote mate van van betrokkenheid.
Houten bank waarin de gelovigen plaats kunnen nemen. Vaak hangen er ook kussentjes om op te knielen, tijdens de eucharistieviering of buiten de viering omwille een houding van gebed aan te nemen.
Boek met teksten en liederen die in de eucharistieviering worden gebruikt. Vaak staat er ook de orde van dienst in die voor de meeste vieringen eenzelfde opbouw heeft. Dat vergemakkelijkt voor mensen die nieuw zijn om de viering te kunnen volgen. Teksten en liederen kunnen wisselen maar dat wordt meestal aangegeven op een bord voor in de kerk of gezegd tijden de viering of geprojecteerd door een beamer op een scherm.
Muziekinstrument om de vieringen op te luisteren en te ondersteunen bij het zingen.
Meestal uitgevoerd in gekleurd glas filteren deze ramen het binnenkomende zonlicht waardoor het interieur van de kerk een andere vaak ingetogen sfeer krijgt, er ontstaat een binnen en een buiten. De voorstellingen op dit ramen verwijzen naar o.a. verhalen en figuren uit de bijbel, heiligen en in het bijzonder naar de persoon van Maria en Jezus. De glas-in-loodramen bij het altaar verwijzen vaak naar de symboliek van brood en wijn (Lichaam en Bloed), het laatste avondmaal of de eerste leerlingen van Jezus: de apostelen.