De eerste dag van de bedevaart, rijden we langs het Rijndal. Daar stoppen we in Eibingen waar een bekende abdij van benedictinessen staat.
Deze abdij staat op oude benedictijnse grond.
Ze is de rechtsopvolgster van de door Hildegard van Bingen gestichte abdij.
Hildegard werd in 1079 geboren in 1098 in het Rijnland. Al jong droegen haar ouders haar op aan God en vertrouwden haar toe aan de zorg van Jutta of Judith van Spannheim, een moniale die leefde in het dubbelklooster Disibodenberg. Dit klooster was in de zevende eeuw gesticht door de heilige Disibodus, een volgeling van de Ierse monnik Columbanus. Deze Disibodus was een kluizenaar. Zoals het vaak gaat, voegden zich monniken bij hem en groeide er een kloostergemeenschap. Jutta stierf in 1136. Haar medezusters kozen Hildegard tot abdis.
Rond 1141 ontving Hildegard haar roeping als profetes. Ze schreef haar visioen neer in de Scivias (Ken hem). Hildegard wijdde zich heel haar leven aan het doorgeven wat God, het Levende Licht haar zei.
In 1147 was paus Eugenius III in Trier. Daar riep hij een concilie bijeen om het concilie van Reims in 1148 voor te bereiden. Paus Eugenius III was een cisterciënzer en leerling van de heilige Bernardus van Clairvaux, een van de leidende figuren binnen de Kerk van de twaalfde eeuw. Paus Eugenius III was een hervormingspaus, die door middel van dit concilie de kerkvernieuwing van paus Gregorius VII (1073-1085) verder wilde doorvoeren. Eigenlijk was deze synode het moment om de geschriften van Hildegard aan de kerkelijke autoriteiten voor te leggen.
Naast de paus waren in Trier veel bisschoppen, kardinalen en abten aanwezig onder wie ook Bernardus van Clairvaux. Twee pauselijke afgevaardigden reisden naar Disibodenberg af. Ze onderzochten de geschriften van Hildegard en velden een gunstig oordeel. Ze namen het reeds op schrift gestelde werk van Hildegard mee. Daar las de paus de geschriften van Hildegard voor en legde deze uit. Al degenen die de woorden van Hildegard hoorden, waren onder de indruk en dankten God. Volgens de overlevering zei Bernardus van Clairvaux: ‘Men hoede zich ervoor een zo bewonderenswaardig door God gegeven licht te doven.”
Daarna veranderde het leven van Hildegard. Zij correspondeerde met de paus. In 1148 stichtte ze haar eigen klooster de Rupertsberg. Het klooster te Eibingen is een door Hildegard in 1165 gesticht dochterklooster van deze eerste abdij. Hildegardis ontplooide vanaf die dagen, ondanks haar zwakke gezondheid veel activiteiten. Zij reisde door het Duitse Rijk, bestreed de opkomende katharen in Keulen en Mainz, schreef met vorsten, abten en pausen. Ze overleed in 1179. Ze werd begraven in Ruperstberg.
Tijdens de dertigjarige oorlog (1618-1648) werd het klooster Rupertsberg verwoest. De religieuzen brachten relieken van Hildegardis toen naar het klooster in Eibingen over. Dit klooster bleef bestaan tot de secularisatie van kerkelijke goederen in 1803. De huidige parochiekerk is gebouwd op de westelijke muur van de oude kloosterkerk. Daar bevinden zich relieken van Hildegard en is er altijd een zekere verering voor haar persoon blijven bestaan. De landerijen van het klooster kwamen in handen van de vorstelijke familie zu Lôwenstein. De familie zu Lôwenstein behoort tot de voornaamste rooms-katholieke adellijke families in Europa.
In de negentiende eeuw leefde bij verschillende bisschoppen van Limburg an der Lahn het verlangen de abdij opnieuw te stichten. Tijdens de Kulturkampf rond 1870 kregen zij hulp van de familie zu Lôwenstein. Er was Karl zu Lôwenstein veel aan gelegen het kloosterleven in Eibingen te herstellen. Hij wilde dat zijn oudste dochter, Benedicta, moniale in de abdij Sainte Cecile te Solesmes, de eerste abdis zou worden. Zij stierf in 1896 op 36-jarige leeftijd. Karl zu Lôwenstein zette zijn plannen door. Onder leiding van pater Ludger Rincklage, een monnik van de abdij Maria Laach kwamen de nieuwe abdijgebouwen in neo-romaanse stijl tot stand. De huidige abdij is in 1904 gesticht. Twaalf zusters uit de abdij Sankt Gabriel in Praag bevolkten de nieuwe abdij. De abdij in Praag was het eerste vrouwenklooster van de benedictijner congregatie van Beuron waartoe ook het klooster in Eibingen behoort. Van 1907 tot 1913 beschilderde Paulus Krebs osb uit de aartsabdij Beuron de kerk in de stijl van de Beuroner Schule. De kunstenaars van deze stroming streefden naar een vernieuwing van de christelijke kunst en lieten zich hierbij inspireren door Egyptische,vroeg-christelijke en Byzantijnse voorbeelden.
De huidige abdij ligt temidden van de wijngaarden. De zusters leven dan ook van de wijnbouw. Daarnaast werken ze in de pottenbakkerij, een restauratie-atelier van kerkelijke archivalia en een goudsmederij.
Hildegard van Bingen is een opmerkelijke persoon.
In 2012 bij de opening van de synode over de nieuwe evangelisatie kreeg ze van paus Benedictus XVI de titel kerklerares. Hij noemde haar een belangrijke vrouw uit de 12e eeuw die een kostbare bijdrage leverde aan de groei van de kerk van haar tijd. Ze was scherpzinnig, diep gevoelig en spiritueel. De Heer begiftigde haar met een profetische geest en een hartstochtelijk vermogen de tekenen van de tijd te verstaan. Ze koesterde een uitgesproken liefde voor de schepping en beoefende de geneeskunst, de poëzie en de muziek. Benedictus XVI heeft in zijn catechesereeks over middeleeuwse theologen twee catecheses aan haar gewijd.