Twee avonden hebben intussen plaatsgevonden. Nog twee zijn er te gaan. De cursus Diaconale Journalistiek van het Sint Franciscuscentrum is in volle gang. Aan twaalf deelnemers wordt in Oosterhout een aantal praktische basisprincipes uit de journalistiek geleerd.
“Het helpt als je iemand van de redactie kent.”
Als journalist van dagblad BN DeStem leert Florence Imandt tijdens de eerste avond waar je op moet letten als je met je bericht in de krant wilt komen. “Wat mis jij aan kerkelijk nieuws in de krant?” daagt zij de cursisten uit. De vraagt prikkelt om verder na te denken over de nieuwswaarde en de kwaliteit van kerkelijke nieuwsberichten. Ook je relatie met de krant is bepalend. Florence: “Het helpt als je iemand van de redactie kent.” Van de ‘30 gouden tips’ die in de reader staan, wil zij er enkele benadrukken: “De eerste zin van je nieuwsbericht moet zo kort en duidelijk mogelijk zijn. Die bepaalt in hoge mate of de lezer besluit om verder te lezen. De belangrijkste informatie van je nieuws zet je in de eerste alinea, daarna werk je het nieuws uit in volgorde van belangrijkheid.”Op basis van vertrouwen
“Elk gesprek, en dus ook elk interview, heeft een aantal basisprincipes,” vertelt zelfstandig journalist Yvonne Koopman tijdens tweede cursusavond waarin het over interviewen en geïnterviewd worden gaat. Yvonne: “Communicatie werkt met een zender en een ontvanger. Als de ontvanger de zender niet vertrouwt, kunt niet communiceren. Als jij ‘binnenkerkelijk’ (onderling) iemand interviewt voor jouw parochieblad of website, dan versta je elkaar meestal wel, maar word jij geïnterviewd door iemand van de krant, dan is dat minder vanzelfsprekend. Probeer daarom altijd van tevoren te bedenken wat je wilt vertellen. Welke boodschap wil je overbrengen?”
De avond over het interview werd voor het eerst door Yvonne Koopman verzorgd. Een aantal punten die zij maakt en accenten die zij geeft vormen een waardevolle aanvulling op de reader. Deze inzichten zullen worden toegevoegd aan het onderdeel interviewen in de diaconale kennisbank. Onderaan dit artikel een samenvatting van haar punten. Deze zijn relevant voor de voorbereiding, de uitvoering en de uitwerking van een interview.Yvonne Koopman: “Niet jouw mening als interviewer mag doorklinken in het interview, maar iets van jouw ervaring wel”
'Waaraan voldoet een goede foto?'
Op 23 mei is topfotograaf Ramon Mangold de gastdocent voor het onderdeel ‘Nieuws in beeld’. Tijdens deze avond gaan de cursisten in op de foto’s die wel of niet laten zien wat diaconie is. Vragen als ‘waaraan voldoet een goede foto?’ en ‘wat mag ik fotograferen en publiceren?’ komen aan de orde. De laatste avond op 30 mei wordt samen met communicatieregisseur Daphne van Roosendaal een stapje teruggezet en worden de cursisten geprikkeld na te denken over hun doelgroepen. ‘Met kanalen kun je hen bereiken?’ Ook de vraag hoe verschillende communicatiemiddelen (kunnen) worden gebruikt komt aan de orde. Lees verder over de Cursus Diaconale Journalistiek.
Inhoudelijke samenvatting van de avond met zelfstandig journalist Yvonne Koopman
Onderstaande uitwerking wordt opgenomen in de diaconale kennisbank.
Algemeen
Voordat je iemand interviewt
- Bedenk goed wat jouw rol is als interviewer. Je zit er niet namens jezelf. Je houdt het interview voor een blad, een website, je doelgroep! Je moet dus weten waarin jouw doelgroep geïnteresseerd is. Je kunt dus niet ‘blank’ een interview ingaan: je moet oprecht geïnteresseerd zijn in het verhaal van wie je interviewt, maar ook een doel voor ogen hebben. Wat wil jouw doelgroep van die persoon weten? Bedenk dat jouw doelgroep een ‘derde oog’ is dat meekijkt. Als journalist ben je in principe maar een soort doorgeefluik.
- Wees oprecht geïnteresseerd. De interesse voor de ander begint al bij het eerste telefoontje dat je pleegt om het interview aanvraagt. Zorg daarbij dat je weet waar je het over hebt. Je hoeft niet alles van het onderwerp te weten (daarom interview je namelijk iemand), maar probeer wel enkele inhoudelijke vragen klaar te hebben en waarom je die aan deze persoon wilt stellen.
- Weet van tevoren hoeveel plaatsingsruimte je hebt voor het interview. Dit wordt meestal uitgedrukt in het aantal tekens dat de tekst mag tellen. De meeste tekstverwerkers geven dit standaard onderaan weer. Als het een kort interview kan zijn van bijvoorbeeld twee alinea’s, ga je geen interview van een uur aan. Dat schept immers verkeerde verwachtingen.
Tijdens het interview
Let erop dat je open vragen stelt. Kan iemand eenvoudigweg ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden op jouw vraag, dan ga je interessante verdieping missen. Bovendien: gesloten vragen hebben eerder de neiging om te sturen. Dan heeft de geïnterviewde eerder het gevoel zich in een hoek gedrukt te voelen en zelfs dicht te slaan.
Dus niet: “Vind jij ook dat wij als parochie al genoeg doen voor de armen in onze wijk?”
maar: “Wat vind jij van de activiteiten die we als parochie doen voor de armen in onze wijk?”
“Wat zouden wij daar als kerk nog aan kunnen doen?” lokt meer antwoorden uit dan: “Kunnen wij daar als kerk nog iets aan doen?”
Tijdens het uitwerken
- Niet jouw mening als interviewer mag doorklinken in het interview, maar iets van jouw ervaring wel. Je mag ‘schilderen met woorden’, maar dan wel om iemand beter tot zijn recht te laten komen.
- Werk met herkenbare elementen voor je doelgroep. Zoom in op wetenswaardigheden die jouw doelgroep kent. Bijvoorbeeld: “een verbeterde rolstoelingang bij de inloopochtenden” is goed voor lokaal nieuws. Iedereen kent immers die ingang van het inloophuis. Regionaal kun je dat niet verwachten en is dat dus minder relevant. Herkenning is essentieel.
- Gebruik een citaat als titel. Het Interview is het meest gelezen genre in kranten en tijdschriften. Mensen zijn namelijk vooral geïnteresseerd in mensen (human interest). Gebruik daarom citaten voor onderdelen die mensen het eerste lezen, zoals de kop, de streamer (uitvergroot citaat in het midden) en bij het fotobijschrift.